
Moord à la Carte
Sterren: >< >< >< ><
Auteur: A.C. Baantjer
Gelezen: 11-07-2019 tot 18-07-2019
Samenvatting:
Op een gewone menu-kaart van het Amsterdamse hotel-restaurant de Poort van Eden staat de volledige bekentenis van een moord. De dader bekent met een oud Sauer 7.6 mm pistool een met name genoemde chanteur te hebben gedood. Rechercheur De Cock en zijn assistent Vledder krijgen deze kaart in handen. Zij herinneren zich de onopgeloste moord op een man, wiens lijk met drie kogelgaten in de borst in het water van de Prinsengracht dreef. Een zaak van een jaar geleden, die vrijwel direct naar de narcotica-brigade was gegaan. Men was daar van mening dat de moord te maken had met een liquidatie.
De Cock en Vledder volgen het spoor van de menu-kaart en komen eerder in de actualiteit van alledag terecht dan zij hadden vermoed. Lopende het onderzoek vallen er nog meer slachtoffers en De Cock en zijn assistent moeten alle zeilen bijzetten om zelf niet ten onder te gaan. Hoewel de moorden in Amsterdam zijn gepleegd, moeten de rechercheurs ook op reis naar Rotterdam, Bussum, Blaricum en Meppel om de dader(s) te ontmaskeren.
Het Vonnis:
Wederom een leuk boek van A.C. Baantjer, over De Cock (met ceeooceekaa). Ik vind het verhaal goed doordacht en heel gedetailleerd. Aan alles is wel gedacht. Persoonlijk vind ik het jammer dat ik al vrij vroeg in het verhaal had uitgevogeld wie de daadwerkelijke dader(s) zou(den) zijn. Ik vind het eigenlijk veel leuker als ook ik tot het eind mag blijven gissen!
Lievelingspersonage: De Cock & Vledder
Mooiste scène:
"Mijn man kwam in Zuid-Amerika in contact met schatrijke drugsbaronnen... mensen, die op een waarlijk uitzinnige wijze in weelde baadden. Zo uitzinnig, dat het mijn man tegen zijn borst stuitte. Hij bezag al die weelde met walging. In zijn hart was mijn man een pure calvinist. Overdaad schaadt, was zijn lijfspreuk. Ondanks het vele geld, dat hij verdiende, hebben wij nooit weelde gekend. We hadden het goed samen... op een rustige, degelijke manier. Het klinkt u misschien vreemd in de oren, maar in feite was mijn echtgenoot... meedogenloos-financier-van-de-handel-in-drugs... een sociaal bewogen mens. Ik houd dit pleidooi voor mijn overleden man, omdat ik meen, dat hij dat verdient. In Zuid-Amerika zag hij ook hoe de gewone bevolking in armoede en ellende leefde. Mensen, die in zijn ogen geen schuld hadden aan hun eigen situatie... mensen, die geen mogelijkheden hadden tot het maken van een keuze... zoals de drugsgebruikers hier... en voor de miserabele omstandigheden waarin ze leefden en niet zelf verantwoordelijk waren. Die mensen besloot mijn man te helpen en daarom wilde hij uit het syndicaat. Hij wilde terug naar Zuid-Amerika om daadwerkelijk iets voor die mensen te doen." - mevrouw Donkersloot
Het moment dat ik het boek het liefst door de kamer wilde slingeren:
"De chef van de Narcoticabrigade wil het onderzoek van de moord op Arnold van Beuningen overnemen." - Commissaris Buitendam
"Geen denken aan. Het staat voorlopig helemaal niet vast, dat de moord op Arnold van Beuningen een drugs-related-crime is... een misdaad verband houdende met drugs... waarmee de Narcoticabrigade zich zo nodig moet bemoeien. Tot zolang houden wij aan de Warmoesstraat de zaak in behandeling. En als ik er na een jaar nog niet uit ben, dan kunnen ze de zaak krijgen. Begrijpt u... dan staan we quitte." - Rechercheur De Cock
"Volgens de chef van de Narcoticabrigade heb je... zonder enige ruggespraak met hem... al veel te lang in de zaak van Ravenstein gerommeld." - Commissaris Buitendam
"Ge-rom-meld. Ik rom-mel niet aan een zaak. Ik on-der-zoek... ik re-cher-cheer. En als u dat na al die jaren nog niet duidelijk is geworden, dan begin ik toch ernstig aan uw opmerkingsgave te twijfelen." - Rechercheur De Cock
Dit wil ik later echt nog met iemand bespreken:
Ik, ***, leg hierbij een volledige bekentenis af. Ik heb een moord begaan. Op de avond van de negentiende juli om kwart voor twaalf schoot ik met mijn pistool, een oude Sauer 7.6 mm, bewust en bij mijn volle verstand drie maal op Frederik van Ravenstein. Hij keek naar mij alsof ik een geest was, zakte in elkaar en was vrijwel op slag dood. Ik had een afspraak met hem op de Westermarkt achter de Westertoren. Het is daar vrij stil. Ik zou hem op die plek vijftigduizend gulden in bankbiljetten van honderd gulden overhandigen. Dat had hij van mij verlangd. Omdat ik mij ervan bewust was, dat een chanteur doorgaat tot zijn slachtoffer totaal bankroet is, besloot ik hem te doden.
Zijn trots. Voornamelijk boeken over geschiedenis. Daar was hij erg in geïnteresseerd. De mensen moesten de lessen uit de geschiedenis ter harte nemen, zei hij dan tegen mij. Er zijn altijd wel perioden in de geschiedenis aan te wijzen, die met onze huidige situatie zijn te vergelijken. De geschiedenis leert ons wat het vervolg was. Ze stelt ons in staat om gemaakte fouten uit het verleden in het heden te vermijden. - mevrouw Donkersloot