Ik Kende Hem al Twee Dagen
Sterren: >< >< >< >< >
Auteur: Barbara Samson
Vertaald: Rita Buenting
Gelezen: 06-06-2020 tot 23-06-2020
Samenvatting:
Vrijdag om elf uur heb ik de schokkende waarheid gehoord. Ik ben besmet met het aidsvirus, seropositief. Ik kan me niet voorstellen dat iemand - die weet dat hij het heeft - zijn mond houdt, en daardoor een ander opzettelijk besmet. Toch heeft hij mij nooit iets verteld. Ik weet niet of ik moet lachen of huilen. Seropositief! Betekent dat aids? Ik was zeventien jaar oud en dacht aan de liefde. Maar liefde en dood bleken hand in hand te gaan...
Barbara Samson is zeventien jaar als zij voor het eerst met een man naar bed gaat. Ze kent hem al twee dagen. Haar eerste liefdesnacht heeft echter dramatische gevolgen, want Barbara weet niet dat haar vriend seropositief is.
Ik kende hem al twee dagen is Barbara's openhartige verhaal. Ze vertelt over haar twijfels en haar hoop. Maar ook over haar goedgelovigheid die ervoor zorgde dat zij het onschuldige slachtoffer werd van een onverantwoordelijk man. Barbara Samson heeft besloten haar geschiedenis openbaar te maken. Zodat de liefde nooit meer de drager van de dood zal zijn.
Het Vonnis:
Een aangrijpend en intens boek met een enorm verdrietig verhaal. Het leest vrij vlot weg doordat het in dagboekvorm geschreven is, maar door de intensiteit van het verhaal moest ik regelmatig een lees-pauze inlassen...
Ik verbaas me tijdens het lezen over de naïviteit van de zeventienjarige Barbara. Al weet ik niet zo goed of naïviteit wel het juiste woord is. Ik kreeg zelf op de basisschool vanaf groep vier ongeveer "seksuele voorlichting" via klasgenootjes. Op deze manier wisten wij allemaal in groep acht al wat de eventuele consequenties van seks kunnen zijn. Dit ondanks dat wij allemaal, op een jongetje van Turkse afkomst na, nooit voorlichting van onze lerares noch school noch ouders hebben gehad. Naar mate het verhaal vordert besef ik mij dat Barbara zelfs deze vorm van voorlichting nooit heeft gehad...
Tegelijk stoort het me echt héél erg hoe de bijna dertigjarige Antony met zijn seropositiviteit omgaat. Hij zou verantwoordelijkheid voor zijn ziekte en zijn gedrag moeten nemen. Hij wéét dat Barbara nog maagd is als zij voor de eerste keer seks zullen hebben. Hij vraagt haar niet of ze misschien maagd is, maar of ze seropositief is. In plaats van dat hij dan de details over zijn eigen ziekte met haar deelt, maakt hij misbruik van haar onwetendheid. Hij besmet haar willens en wetens met het HIV virus, en neemt daarmee haar volledige vrije en onbezonnen jeugd weg. Nog geen achttien jaar, maar al wel een getekend contract met de dood...
Ik heb het tijdens het lezen, zeker de laatste hoofdstukken van het boek niet droog kunnen houden. Een traantje wegpinken zou een understatement zijn, want het kwam eerder in de buurt van 'huilen als een kleine baby!
Lievelingspersonage: Barbara Samson
Mooiste scène:
Ik had mij in mijn kamer opgesloten op de dag waarop mijn moeder mijn broer en zuster het slechte nieuws is gaan brengen. En ik zei bij mijzelf: Hoe gaat ze dat doen? Hoe zal ze het ze zeggen? Ik ben laf, ik durf niet meer naar hen toe te gaan, hen aan te kijken en zeggen: Het is waar, ik ben stom geweest. Daarom en op die manier.
Ik had het hun graag uitgelegd, hun als voorbeeld willen dienen. Ik had mijn ouders graag een handje willen helpen, speciaal met mijn zuster willen praten. Maar ik was geblokkeerd. Ik zag mijzelf niet mijn zuster bij de hand nemen, haar meenemen naar mijn kamer en haar zeggen: Soline, ik heb die jongen leren kennen, we hebben dat en dat gedaan, hij heeft mij met zijn gedichten verleid, hij was mooi, ik dacht dat ik van hem hield... Ik had haar zo graag in vertrouwen willen nemen, haar alles willen vertellen. Ik houd van haar.
In plaats daarvan hebben wij gezwegen over onze levens, onze verschillen, onze passies en onze angsten. Maar zij is degene die nu tegen mij praat. Ik kom langzaam bij van mijn laatste wedloop met de dood, alleen in mijn kamer.
"Ben je bang voor aids?" - Soline
"Ja, ik ben bang," - Barbara
"Wees niet bang. Ik zal altijd bij je zijn, papa en mama ook, en Joffrey, zelfs al begrijpt hij het niet. We houden veel van je, we zouden graag de juiste woorden tegen je willen zeggen, maar we kennen ze niet en weten ook niet hoe we ze moeten zeggen. Dus zwijgen we maar, kijken we wat je doet, maar het doet ons pijn, die geschiedenis." - Soline
Het is de eerste keer dat ze zo tegen me praat, zo oprecht. En daar heb ik altijd van gedroomd. Soline, mijn zuster, vindt de woorden om over aids te praten, om over haar liefde voor mij te praten. Is praten zo eenvoudig? Ze huilt en praat nog steeds om te herhalen dat ze van mij houdt, dat zij er altijd zal zijn. Altijd.
"Als je bang bent, kom dan naar mij toe. Ik wil dat je er met mij over praat, ik wil dat we voortaan echt zusters zijn, dat wij dicht bij elkaar staan. Weet je, ik ben net zoals jij. Ook ik heb gedroomd van de liefde voor een man. Ik ben er niet vaak. Ik heb mijn studie en dikwijls werk ik in het weekend. Ik weet heel goed dat ik niet veel tijd aan jou, onze ouders en Joffrey besteed, maar ik ben er en ik denk veel aan jullie. Voor mij is het ook niet makkelijk. Vaak zit ik te huilen. Daar moet verandering in komen, we moeten met elkaar praten. Iets doen. Niet langer stommetje spelen en ieder z'n eigen leventje leiden. We moeten nu opletten, voor elkaar zorgen. Elkaar ondersteunen, plezier hebben en praten..." - Soline
Het moment dat ik het boek het liefste door de kamer wilde slingeren:
Het is vreselijk warm. Ik heb haast met Antony alleen te zijn. Met hem voor mij alleen. Die avond is er een voetbalwedstrijd. Natuurlijk mag een inwoner van Marseille die nooit missen. Er staan niet veel meubels in, maar de flat is groot. Een grote huiskamer, een balkon, een slaapkamer, een badkamer, toilet keuken en een grote gang.
"Overdag ben ik er niet. Ik zal je laten zien hoe je met de bus naar het strand kunt." - Antony
Wat moet ik de hele dag zonder hem doen? De voetbalwedstrijd wordt op de radio uitgezonden, daarna luisteren we naar muziek, praten we over van alles en nog wat, over zijn werk, over de maand die ik bij het bedrijf heb gewerkt. Hij is erg moe. Hij heeft een beetje gedronken, bier. Zoals gewoonlijk rookt hij te veel stikkies. We gaan heel vroeg slapen zonder met elkaar te vrijen. Een paar. Een vreemd paar. De nacht sleept zich voort en bedroefd lig ik wat te dommelen. Hij wordt wakker en neemt mij in zijn armen. Ik voel me gelukkig. Dat is waar ik, sinds wij uit elkaar zijn gegaan, op wachtte. Het is altijd een beproeving, maar toch wachtte ik erop. Ik weet niet waarom. Een soort illusie. Misschien omdat ik mij op die ogenblikken vrouw voel. En verder ben ik minder bang sinds hij heeft gezegd voorzorgsmaatregelen te zullen nemen. Ik heb zijn uitleg niet erg goed begrepen, maar aangezien besmetting volgens hem alleen maar via sperma kon plaatsvinden, zou hij terugtrekken. Later zal ik horen dat dat niet waar is.
Hij denkt dat ik niet seropositief ben. Volgens hem loop ik geen enkel gevaar Behalve het gevaar van de eerste dag en van onze 'wittebroodsweek'. Maar dat gevaar schijnt hij ook uitgebannen te hebben. Dat is zijn techniek. Ik wil hem zo graag geloven. Een beetje, heel erg, hartstochtelijk. En als ik de dans eens ontsprongen was? Als ik mij van alles in het hoofd had gehaald? Eigenlijk weet ik weinig van aids af. Hij zal wel gelijk hebben. Of zegt hij het om mij gerust te stellen, om mij niet kwijt te raken?
De enige boeken die ik heb gelezen, spraken vooral over de eindfase. Over hoe je aids krijgt, hoe je eraan sterft. Dat leek mij tegelijkertijd vreselijk en ondenkbaar. Natuurlijk werd er over seksueel contact gesproken, maar niet in detail. Dus als Antony het zegt... Antony doet het, Barbara ondergaat het.
Dit wil ik later echt nog met iemand bespreken:
Negentien jaar. Ik heb lezingen gegeven op middelbare scholen, heb mijzelf blootgegeven, geestelijk bloot, om uit te leggen dat je niet serieus bent als je vijftien of zeventien jaar bent...
Het deed me pijn om te praten, ik heb erom gehuild. Ook werd ik opstandig.
Waarom wij? Waarom moesten wij, de zieken, anderen helpen? Wat is er mis met die informatieverschaffing aan jongeren? Mijn broertje is veertien jaar. Niemand zal hem laten zien hoe je een condoom omdoet: ik heb hem er een gegeven; hij is opgegroeid met het condoom. Hij lacht niet als erover wordt gesproken, maar hij denkt erover na.
Terwijl ik over mijn leven sprak, besloot ik de zaak voor te zijn. Hadden ze mij maar geholpen, had de dokter van het rusthuis mij maar mee naar zijn spreekkamer genomen en op het ogenblik dat hij mij hand in hand zag lopen met Antony, gezegd dat die jongen seropositief was. Ik ben kwaad op hem. Vooral omdat het een dokter is.
Zonder iemand aan te klagen, moet een dokter zijn werk doen. Hij is er om levens te redden of om ze te beschermen. Als het leven van iemand in gevaar is, mag je dan niet afzien van medische geheimhouding? Vooral als je op de hoogte bent van het verleden van iemand als Antony. Als je hem opneemt in een rusthuis met anderen, met het soort meisjes als ik, nauwelijks zeventien jaar...
Tegen die dokter, die mijn leven niet heeft gered, zou ik willen zeggen: als u een andere jongen of meisje ziet, breek dan met het ambtsgeheim; doe het voor zijn of haar leven.
Ik geef mij bloot, ook om niet te zijn zoals de jongen die ik heb ontmoet, geniepig, laf, crimineel, leugenachtig. Ik wil de zaak onder ogen zien. Ik ben bang voor de ziekte. Bang voor het verval, bang om over aids te praten. Maar ik ga er op af!
De jongeren hebben er genoeg van om te horen wat ze moeten doen. Ze worden van alle kanten vervolgd, gaan allemaal gebukt onder problemen. Voor sommigen is het leven al van tevoren een mislukking; ze weten niet wat de dag van morgen hun zal brengen, ze hebben geen toekomst. Het is heel moeilijk om je een toekomst voor te stellen. Ik wist niet wat ik moest doen. En ouders maakten het er niet beter op. Ouders... Hun manier om ons te beschermen, om ons te zeggen dat ze van ons houden, is onhandig. Zo ging het in mijn geval. Van tevoren. Misschien had ik het van tevoren geniaal gevonden. Ik betwijfel het, maar ik durf er niet op te zweren. Maar erna weet ik waarover ik praat en wat ik denk.
Lafheid van de crimineel die de dood in zich draagt en de macht heeft die in stilte, heimelijk, zich verbergend achter de emoties van liefde, verleiding, over te brengen, terwijl hij zich omringt met de aura van de onbegrepen, eenzame dichter. Aan het eind een meisje dat zich vreselijk ongelukkig voelt...
- Barbara Samson