Als Broer en Zus
Sterren: >< >< >
Auteur: René Appel
Gelezen: 26-09-2019 tot 01-10-2019
Samenvatting:
Wat moet je doen als je een hevige passie opvat voor de vrouw van je beste vriend? Voor dat dilemma staat Fred Verhoef als hij reddeloos verliefd wordt op Sylvia. Hij kan alleen nog maar aan haar denken, zonder zich om zijn vrouw en dochtertje te bekommeren. Fred weet niet dat Sylvia ook nog een ander geheim met zich meedraagt. Op een dag is ze verdwenen. Voorgoed, lijkt het wel.
Het Vonnis:
Een klein boekje van nog geen 100 pagina's, met een ietwat apart en verwarrend verhaal. Het verwarrende vind ik vooral dat het verhaal niet in chronologische volgorde is geschreven en uit maar vier hoofdstukken bestaat. Hierdoor raak ik tijdens het lezen vaak de draad kwijt en kan het verhaal me ook niet heel erg boeien.
Aangezien het maar zo weinig pagina's heeft, heb ik tóch besloten om het uit te lezen.
Lievelingspersonage: Marja Verhoef
Mooiste scène:
Sylvia belde hem weer en ze praatten. Over alles, haar leven, zijn leven, iets wat op straat gebeurd was. Het ging zo makkelijk. Alles ging makkelijk tussen hem en haar, totdat ze...
"Dus twee of drie keer per week, behalve dan die telefoontjes, ook een soort contact." - Rechter-Commissaris Beukenkamp
"Ja. Ze kwam bijvoorbeeld een keer naar de zaak... zelf werkte ze niet meer, en ze had alle tijd van de wereld... en toen hebben we daar een tijdje zitten praten." - Fred Verhoef
"De telefoon was niet genoeg?" - Rechter-Commissaris Beukenkamp
Nee, nee, hier stond ook een telefoon. Fred zou haar moeten bellen. Het was al zo lang geleden dat hij haar gesproken had. Ze verlangde naar hem, ze had hem nodig. En hij haar, meer dan ooit. Sylvia, lieve, mooie, geile Sylvia.
"Terwijl jullie toch al heel veel met elkaar belden. De printlijsten van de gsm die we op haar gevonden hebben, daaruit blijkt dat..." - Rechercheur Stroeken
"Maar ze had toch helemaal geen mobieltje meer. Ze had toch geen... Ik bedoel, ik dacht dat... eh, ik weet niet, maar..." - Fred Verhoef
"Zullen we dan toch maar een advocaat laten komen?" - Rechter-Commissaris Beukenkamp
Het moment dat ik het boek het liefst door de kamer wilde slingeren:
Lex ademde diep in en uit. Zijn blik vertroebelde. Wat had Sylvia hem nu weer geflikt? Dit soort dingen deed ze alleen maar om hem te pesten, om hem te provoceren.
"Die piercing staat verdomme helemaal niet mooi. Het is helemaal niks voor jou." - Lex
"Dat maak ik zelf wel uit." - Sylvia
"Je haalt het eruit, dat stomme ringetje, nu meteen." - Lex
"Het blijft zitten. Misschien neem ik er nog een." - Sylvia
Hij sloot even zijn ogen. Welke kant ging dit op? Straks nam ze een piercing door haar lip, misschien door haar tong. Hij voelde de pijn in zijn mond. Maar waarom? Het is... het is... Er viel niets over te zeggen: het was gewoon onmogelijk. Over haar heen gebogen, greep hij haar beet, en hij wist dat ze daarop uit was. Met al haar kracht probeerde ze zich los te rukken, maar hij hield haar stevig vast, tot ze hem tegen zijn scheenbeen schopte.
"Stom kutwijf!" - Lex
"Laat me erdoor. Ik ga weg. Ik wil hier niet langer blijven." - Sylvia
"Je móet hier blijven." - Lex
"Ik moet verdomme niks, en zeker niet van jou." - Sylvia
Hij greep haar opnieuw beet. Ze deed een poging zich los te trekken, en haalde uit naar hem. Ze raakte hem nauwelijks, maar hij háár wel.
Dit wil ik later echt nog met iemand bespreken:
"Wat is er? Is er iets gebeurd?" - Fred
"In de winkel, vanochtend... een man." - Marja
"Wat was er met die man? Was het een klant?" - Fred
"Hij had maar één ding, een blikje bier en..." - Marja
Ze begon weer te huilen en trok Kelly troostend op schoot. Fred zweeg. Altijd gezeik. Je kon ervoor weglopen, maar het kwam gegarandeerd terug. De ene keer sluipend, de andere keer snel en onverwachts.
"Hij betaalt. Gewoon een Nederlandse man, geen buitenlander, de kassa gaat open, en hij grijpt me bij mijn pols en zijn andere hand steekt hij in de kassa, in het vakje met de twintig-eurobiljetten. Een andere man, die met hem samenwerkte, denk ik, stond zo'n tien meter verderop bij het fotokopieerapparaat en die begint te schreeuwen alsof ie verschrikkelijke pijn heeft. zodat iedereen op hem let. En ik probeer die andere kerel, die met dat blikje bier dus, die probeer ik tegen te houden en toen gaf ie me een enorme klap in m'n gezicht, een soort stoot met z'n vuist. En in paniek is ie toen weggerend, samen met die maat van hem. Jos en Fouad zijn nog achter ze aan gegaan, maar ze waren al om de hoek verdwenen. Dat blikje bier had ie zelfs meegenomen." - Marja
Goed, een blonde vrouw komt zo'n winkel als die van ons binnen en ze zegt; 'Ik wil deze tv kopen'. 'Dat kan niet', zegt de verkoper, 'We verkopen niet aan blonde vrouwen'. Dus toen... eh, dus zij gaat naar huis en ze vermomd zich compleet. Haar kortgeknipt, rood geverfd, andere kleren aan en een zonnebril op. Zo komt ze die winkel weer in. 'Ik wil deze tv', zegt ze. Maar die verkoper zegt; 'Nee, we verkopen niet aan blonde vrouwen'. Ze is hartstikke verbaasd. 'Hoe weet u dat ik blond ben?', vraagt ze. 'Omdat het een magnetron is', zegt-ie. - Marcel